Doelgroep
Innovation District | Brainport Eindhoven
De wereld verandert snel. Om te kunnen blijven innoveren en aan te sluiten bij deze veranderende wereld, moeten mensen, organisaties en de manier waarop ze werken echt veranderen. Wanneer organisaties samenwerken en zo hun specifieke krachten worden versterkt (ecosysteem), wordt het verschil gemaakt. Op Strijp-T innoveren we samen, op weg naar het maken van deze toekomstige wereld. Bovenstaand
Bovenstaand model geeft weer welke organisaties voldoen aan de bestemming Strijp-T. Onder deze organisaties verstaan we bedrijven, bedrijfsonderdelen en onderzoeks- of onderwijsinstellingen. Er zijn 4 criteria die ('van binnen naar buiten') samen bepalen of een organisatie past op Strijp-T. Achtereenvolgens zijn dit:
- De rol in de keten van make-create-innovate
- De aansluiting met (één van) de themagebieden (hightech, smart-society, sustainability, experience)
- De aard van de organisatie
- Ondersteunende functies: verbonden met en ter versterking van het ecosysteem op Strijp-T.
De organisaties op Strijp-T moeten aan alle eerste 3 criteria voldoen of daaraan ondersteunend zijn (4de criteria).
Criterium 1: De keten make-create-innovate
Allereerst hebben organisaties op Strijp-T een eigen rol in de keten van make-create-innovate waarbij tenminste sprake is van 'make' component in combinatie met een 'create' en/of 'innovate' component. Ze zijn dus in ieder geval:
- gericht op het maken of produceren van producten, en bovendien op:
- het creatief waarde toevoegen aan deze producten of verbeteren, en/of
- op innovatieve wijze komen met nieuwe producten. Dit kunnen volledige producten, modules of onderdelen of productiemethoden zijn.
Maken, creëren en innoveren zien we in de breedste zin van het woord: wat maken we, hoe krijgen we dit voor elkaar en hoe brengen we dit naar de klant (passend binnen de tien innovatietypen van Doblin). Binnen de keten van de scheppende industrie, die groter is dan alleen Stijp-T, wordt gezamenlijk gekomen van innovatieve ideeën tot producten die klaar zijn voor de markt. Het gaat hierbij om fysieke alsook digitale producten. Elke organisatie richt zich op een deel van de keten waar ze specialist in zijn en samen werken met andere specialisten om te komen tot een goed eindresultaat.
Criterium 2: Themagebieden
Bovendien zijn de organisaties op Strijp-T werkzaam in één of meerdere van de vier themagebieden. Deze gebieden sluiten aan bij de grote ontwikkelingen en uitdagingen van de toekomst (health, mobility, energy, food, safety).
- Hightech:
Ontwikkelen van geavanceerde technologie. Over het algemeen producten met een hoge complexiteit en lage aantallen die er op gericht zijn om met name werken in de toekomst makkelijker, efficiënter en beter te maken.
Denk aan: Biotechnologie, Medische technologie, precisie-instrumenten, 3D printen, etc.
- Smart society:
Op slimme wijze tot oplossingen komen, met behulp van data en technologie, voor de grote veranderingen in onze samenleving, steden en woningen. Op deze manier zorgen organisaties voor een aangenaam en sociaal leven in de veranderende samenleving.
Denk aan: Big data, Mobiliteit, leefbaarheid, Internet of Things (IoT), etc.
- Sustainability:
Onderzoeken hoe op een duurzame manier kan worden voorzien in (groeiende) behoeftes van de mensheid, zonder de mensen, het milieu of de economie in gevaar te brengen.
Denk aan: Duurzaam bouwen, circulaire economie, energietransitie, etc.
- Experience:
Inspelen op de veranderende manier van leven, waar ervaring belangrijker wordt dan bezit.
De mens en hun beleving centraal zetten, mogelijk ondersteund door nieuwe technieken.
Denk aan: Experience- en virtual/augmented reality labs, gamification, etc.
Criterium 3: Aard van de organisatie
Voorts zijn de organisaties op Strijp-T te typeren als groeiende, ambitieuze organisaties die de volgende stap willen nemen en innovatie-gedreven zijn. Dat is omdat zij zelf innoveren, hun activiteiten op een innovatieve manier doen of omdat ze (een bijdrage aan) een innovatief product (lees: product of dienst) leveren. Deze organisaties zijn enerzijds business-to-business bedrijven (bedrijven die iets leveren aan andere bedrijven) of bedrijfsonderdelen.
Anderzijds zijn het educatieve organisaties (opleidingen) die gericht zijn op praktijkgericht en innovatief onderwijs (technisch of bedrijfskundig). Belangrijk hierbij is dat het bedrijfsleven en onderwijs elkaar versterken om te komen tot een leven lang leren. Studenten kunnen concrete ervaring opdoen met en in het bedrijfsleven. In de opleidingen worden ideeën en technologieën ontwikkeld die binnen het bedrijfsleven kunnen worden opgepakt of doorontwikkeld. Op Strijp-T vindt het onderwijs aansluiting op de markt en kan het sneller inspelen op datgene wat de markt vraagt.
Alle organisaties op Strijp-T dienen functioneel verbonden te zijn met het ecosysteem. Daarnaast geld dat de aanwezigheid van de organisatie het concept en ecosysteem versterkt/aanvult. In het belang van voldoende diversiteit zal een veelheid van gelijke/overeenkomstige organisaties of functies binnen Strijp-T actief worden tegengegaan om zo de kracht en de kwaliteit van het concept te bewaken.
Criterium 4: Ondersteunende functies
Om organisaties op Strijp-T werkelijk te laten samenwerken aan de ontwikkelingen en uitdagingen van de toekomst komen er bovendien ondersteunende functies op Strijp-T. Deze functies helpen om elkaar (Strijp-T organisaties en hun medewerkers, klanten, leveranciers en functionele relaties) te ontmoeten, van elkaar te leren, elkaar te inspireren en verbindingen aan te gaan. Dit om elkaar te verrijken en innovaties daadwerkelijk door te geven aan elkaar en aan de wereld. Deze ondersteunende functies vergroten het innovatie- en werkklimaat en versterken de losse delen binnen de keten, veelal in communicatie.
Denk aan: horeca, expositieruimte, open werk-/ presentatieruimtes, sport- / leisure faciliteiten, etc.
"Zo wordt op Strijp-T samen geïnnoveerd in en aan een veranderende wereld."